LESSEN BEWEGINGSOPVOEDING
Kwaliteitsvolle bewegingsopvoeding bieden waarin het kind zijn/haar individuele bewegingsmogelijkheden kan ontplooien, staan hoog in het vaandel.
Kinderen maken een hele ontwikkeling door zowel op lichamelijk als op mentaal vlak. Zij ondergaan dit proces door wikken en wegen, door vallen en opstaan, door exploreren en experimenteren, en door het ervaren van hun eigen lichamelijke veranderingen.
Toch is het niet gemakkelijk in te schatten waar het kind de meeste leerkansen kan krijgen, en in welke situaties iedereen zich het beste zal voelen. Via de lessen bewegingsopvoeding proberen wij de kinderen te onderwijzen in de brede betekenis van het woord, maar met de klemtoon op het begeleiden en het coachen van de kinderen in hun leerproces. De focus ligt op het zich voorbereiden om deel te nemen aan een bewegingscultuur en daarmee een gezonde, veilige en sportieve levensstijl te ontwikkelen.
Naar invoering van het M-decreet zullen ook de kinderen met specifieke onderwijsbehoeften aandacht krijgen. Mits aangepaste opvolging, maar conform de decretale regelgeving (decreet BaO, 27 02 1997) zullen ook zij hun traject kunnen afleggen. De klassenraad oordeelt autonoom of een regelmatige leerling in voldoende mate de doelen die in het leerplan zijn opgenomen heeft bereikt om een getuigschrift basisonderwijs te bekomen (citaat art. 53 van het decreet BaO, 27 02 1997). Door een goede opvolging, deelname aan oudercontacten/MDO’s en/of indienen van aanvullende verslagen zullen ook deze kinderen de kansen krijgen zodat zij ondanks specifieke noden en grieven kunnen evolueren naar eigen normen.
Het leren leren (peertutoring ondersteunt met kijkwijzers of het experimenteel leren via trial en error), leerplanoverschrijdend werken (themaplanning kleuterschool), maar vooral het zorgcontinuüm (ondersteuning in de lessen bewegingsopvoeding door GON, KINDERVERZORGSTER en ZORGJUF) zijn mee opgenomen in de totale planning.
Een observatie/evaluatieformulier tracht een instrument te zijn waardoor kinderen en ouders een zicht krijgen op het proces in de ontwikkeling van het evoluerend kind, vooral de na te streven psychomotorische aspecten (OD) bij de kleuters als de te bereiken doelstellingen (ET) bij de kinderen van de lagere school krijgen volle aandacht. Ook attitudes krijgen de aandacht. Belangrijk in het totale ontwikkelingsproces van een kind! Proeven zijn geënt op het leerplan bewegingsopvoeding van het VVKBaO en de nieuwe leerlijn zwemmen met als doel de eindtermen te halen einde 6de leerjaar. Het leerplan BO is de rode draad in lessen en observatie/evaluatiedocumenten om voor een verticale en horizontale samenhang te zorgen. De overgang van het ene naar het andere schooljaar gebeurt geleidelijk. Belangrijk is dat kinderen naar hun eigen vermogen vorderen en niet in vergelijking worden gebracht met resultaten van anderen. Het systeem geldt als peiling naar ‘eigen‘ vorderingen. De score komt als totaliteit in de vorm van een formulier met ++, +, +/- en/of –. Reflectie door kinderen en ouders wordt na evaluatie niet vergeten. Twee maal per jaar worden de kinderen geëvalueerd.
Tijdens de lessen bewegingsopvoeding dragen de kinderen van de lagere school sportkledij. Een t – shirtje is te koop in de school. De turnpantoffels of sportschoenen en een broekje (zwart) worden elders gekocht. Kinderen van de kleuterschool hoeven geen specifieke sportkledij mee te brengen.
Leerlingen die niet of slechts gedeeltelijk kunnen deelnemen aan de sportactiviteiten brengen een doktersbriefje mee.
SPORT OP DE SPEELPLAATS
Ook op de speelplaats is er plaats om te sporten. Door middel van een beurtrol kunnen de leerlingen samen met leeftijdsgenoten voetballen, netballen, spelen met materialen uit de speelkoffers. Elke leerling kiest op eigen initiatief aan welke activiteit hij/zij al dan niet deelneemt.
ZWEMMEN
Het niveauzwemmen (klas-overschrijdend) is opgenomen in de setting van de visie van de richtlijnen van het nieuwe leerplan zwemmen. Vorderingen worden jaarlijks meegedeeld in zwembrevetten. Aanpassingen naar nieuwe normering gebeurt in samenspraak met Vlabus (Vlaams bureau voor sportbegeleiding). Vlabus heeft de coördinatie en organisatie van het zwemmen in handen. Regelmatige contacten met de leerkracht bewegingsopvoeding houden alle betrokken op de hoogte van de stand van zaken.